검색어: ymdd (네덜란드어 - 체코어)

ymdd variant hbv status hbeag seroconversie
ymdd- varianta hbv hbeag sérokonverze

de ymdd-mutatie veroorzaakt resistentie tegen zowel emtricitabine als lamivudine.
tato mutace ymdd způsobuje rezistenci jak k emtricitabinu, tak k lamivudinu.

bij patiënten met de zogenaamde ‘ extended-duration’ ymdd variant hbv
u pacientů s prodlouženým trváním ymdd- varianty hbv by se měla zvážit změna nebo přidání alternativního agens (viz bod 5. 1).

resultaten van de werkzaamheid na 5 jaar per ymdd status (aziatische studie) nucb3018
7 tabulka 2: výsledky účinnosti po 5 letech podle ymdd stavu (asijská studie)

vergelijkende gegevens op basis van de ymdd status waren ook beschikbaar voor de histologische beoordeling, maar slechts tot 3 jaar.
srovnávající data podle ymdd charakteru byly rovněž dostupné pro histologické hodnocení, ale pouze do tří let.

uit de analyse bleek dat patiënten met de ymdd-mutatie niet zo goed op een behandeling met zeffix reageren als patiënten zonder de mutatie.
analýza prokázala, že pacienti s mutací ymdd nereagují na léčbu přípravkem zeffix tak dobře jako ti, u nichž se mutace neprojevila.

virale hbv subpopulaties met een verminderde gevoeligheid voor lamivudine (ymdd variant hbv) zijn geïdentificeerd na langdurige therapie.
při prodloužené terapii byly identifikovány virové subpopulace hbv se sníženou citlivostí na lamivudin (ymdd- varianta hbv).

het gebruik van emtricitabine bij patiënten met chronische hbv-infectie induceert hetzelfde mutatiepatroon in het ymdd-motief zoals waargenomen bij lamivudinetherapie.
podávání emtricitabinu u pacientů s chronickou infekcí hbv indukuje v motivu ymdd stejný typ mutace, jaký je pozorován při léčbě lamivudinem.

zoals verwacht vanwege de samengaande immunosuppressie was de mate van ontstaan van de ymdd-variant hbv na 52 weken behandeling hoger (36% - 64%) in de levertransplantatiepopulatie dan in de immunocompetente chb patiënten (14% - 32%).
jak se očekávalo vzhledem k současné imunosupresi, byl výskyt ymdd varianty hbv po 52 týdnech léčby vyšší (36% až 64%) u pacientů po transplantaci jater než u imunokompetentních pacientů s chb (14% až 32%).