전문 번역가, 번역 회사, 웹 페이지 및 자유롭게 사용할 수 있는 번역 저장소 등을 활용합니다.
wanneer edarbi toegediend werd in combinatie met chloortalidon namen de frequenties van creatininebloedwaarden toe en hypotensie trad niet meer soms, maar vaak op.
lors de l’administration concomitante d’edarbi avec la chlortalidone, les augmentations de la créatininémie et l’hypotension sont passées de peu fréquentes à fréquentes.
in drie onderzoeken werd de werking van edarbi in combinatie met andere bloeddrukverlagende geneesmiddelen (chloortalidon, amlodipine en hydrochloorthiazide) onderzocht.
trois études portaient sur les effets d’edarbi en association avec d’autres médicaments antihypertenseurs (chlortalidone, amlodipine et hydrochlorothiazide).
wordt de bloeddruk onvoldoende onder controle gehouden, dan kan de dosis worden verhoogd tot 80 mg of een ander geneesmiddel voor hypertensie worden toegevoegd, zoals chloortalidon of hydrochloorthiazide.
si la pression artérielle n’est pas suffisamment contrôlée, il est possible d’augmenter la dose à 80 mg ou d’ajouter un autre médicament antihypertenseur, tel que la chlortalidone ou l'hydrochlorothiazide.
wordt de bloeddruk onvoldoende onder controle gekregen, dan kan de dosis worden verhoogd tot 80 mg of kan een ander geneesmiddel voor hypertensie worden toegevoegd, zoals chloortalidon of hydrochloorthiazide.
si la pression artérielle n’est pas suffisamment contrôlée, il est possible d’augmenter la dose à 80 mg ou d’ajouter un autre médicament antihypertenseur, tel que la chlortalidone ou l'hydrochlorothiazide.
als de bloeddruk met enkel edarbi onvoldoende onder controle is, kan de bloeddruk extra verlaagd worden wanneer dit geneesmiddel toegediend wordt in combinatie met andere antihypertensiva, waaronder diuretica (zoals chloortalidon en hydrochloorthiazide) en calciumkanaalblokkers (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
si la pression artérielle n’est pas correctement contrôlée avec edarbi seul, une réduction supplémentaire peut être obtenue en administrant ce traitement en association avec d’autres médicaments antihypertenseurs, notamment les diurétiques (tels que la chlortalidone et l’hydrochlorothiazide) et les inhibiteurs calciques (voir rubriques 4.3, 4.4, 4.5 et 5.1).