검색어: bombo (이탈리아어 - 네덜란드어)

bombo
hommel

- bombo!
dick.

- un bombo.
een hommel.

adoro quel bombo.
ik hou van die hommel.

- bombo, che schifo.
dat is walgelijk.

il bombo si è mosso!
hij bewoog...

nemo. fratello bombo, procedi.
broeder dick.

- non ciccio bombo cannoniere?
niet dikkont?

- credo proprio di no. - bombo, mi ricevi?
- tom boy, hierheen komen.

"raglia un benvenuto, bombo, per tuo fratello grato" .
'balk een welkomstgroet, bombo, voor je broeder gratus.'

forse un bombo-drone è entrato e ha fatto delle foto.
misschien heeft één van de hommel drones wat kiekjes gemaakt.

non e' bello, vero? lo chiamavano ciccione. - non ciccio bombo cannoniere?
er staat... dat je ook in een paar films heb gespeeld.

come faccio a dormire con te qui sotto che frigni come una bambina dell'asilo punta da un bombo?
hoe moet ik slapen als jij hier beneden zit te janken als een klein meisje die op een bij is gaan zitten?

lo sapevi che secondo la teoria dell'aerodinamica, e come può essere dimostrato tramite una galleria del vento, il bombo non dovrebbe volare.
wist je dat volgens de leer van de aërodynamica, wat aangetoond kan worden met behulp van een windtunnel, de honingbij niet zou moeten kunnen vliegen.

questo è un bombo... che è spirato mentre stava raccogliendo... il polline su questo fiore di sant'anna. mi ha commosso infinitamente.
dit was een hommel die tijdens z'n werk het loodje legde... terwijl hij van de ene naar de andere pol vloog in alaska... en het raakt me meer dan ik dacht.

"chi é la ragazzina piccola come un bombo? "chi é l`angioletto con quel nome buffo? "non sappiamo da dove viene
wie is dat meisje kleiner dan `n hommel wie is die engel met die leuke naam niemand weet waar ze vandaan gekomen is maar wat waren we blij toen ze kwam