검색어: gérant (프랑스어 - 네덜란드어)

gérant
zaakvoerder

gérant de
zaakvoerder van

co-gérant
vennoot

associé gérant
beherend vennoot

gérant responsable :
verantwoordelijke zaakvoerder :

le chef-gérant.
de chef-gerant.

gérant (1963­1966).
bedrijfsbeheerder (1963­1966).

révocation de gérant
ontslag van zaakvoerder

dépend du gérant.
ressorteert onder de zaakvoerder.

gérant d'exploitation
zaakvoerder

paul vanwelde, gérant;
mevr.

3° détaillant-gérant :
3° kleinhandelaar-gerant :

concertation avec le gérant
zaakvoerder

gérant (d'une société)
zaakvoeder

rapporte directement au gérant.
ressorteert rechtstreeks onder de zaakvoerder.

gérant de maisons de commerce
uitbater handelshuizen

gérant d'immeubles ("immobilienverwalter"),
vastgoedbeheerder (« immobilienverwalter »);

par "gérant", l'on entend :
onder "filiaalhouders" wordt verstaan :

- "institution gérant un réseau secondaire"
- "beheersinstelling van een secundair netwerk"

boucher, m.f., directeur gérant agence.
de heer boucher, m.f., agentschapsdirecteur.