검색어: alopecurus (체코어 - 네덜란드어)

alopecurus
alopecurus

alopecurus pratensis l. psárka luční
alopecurus pratensis l . beemdvossestaart

nížinné sečené louky s druhy alopecurus pratensis, sanguisorba officinalis
laaggelegen schraal hooiland (met alopecurus pratensis, sanguisorba officinalis)

6510 nížinné sečené louky s druhy alopecurus pratensis, sanguisorba officinalis
6510 laaggelegen schraal hooiland (alopecurus pratensis, sanguisorba officinalis)

nížinné sečené louky s druhy alopecurus pratensis, sanguisorba officinalis
laaggelegen schraal hooiland (alopecurus pratensis,sanguisorba officinalis)

–alopecurus pratensis l. _bar_ –psárka luční, _bar_
(4) pb nr.

–agrostis tenuis sibth. -–psineček tenký, -–alopecurus pratensis l. -–psárka luční, -
1.2 //-glycine max (l.) merr. //-soja, //-linum usitatissimum l. //-oliehoudend vlas,

vzhledem k tomu, že z důvodu podmínek pěstování a morfologických charakteristik obsahuje osivo psárky luční (alopecurus pratensis) poměrně vysoký podíl semen druhů rodu poa;
overwegende dat zaad van beemdvossestaart (alopecurus pratensis) wegens zijn morfologische kenmerken en de toegepaste teeltmethode vrij veel zaden van poa-soorten bevat;

Členské státy stanoví, že od 1. července 1991 lze na trh uvádět pouze to osivo odrůd—alopecurus pratensis l. -—psárka luční, -
overwegende dat het daarom dienstig is een aantal overgangsmaatregelen vast te stellen totdat voldoende basiszaad en gecertificeerd zaad van deze soorten kan worden geproduceerd;

v příloze ii části i bodě 2 oddíle a sloupci 6 tabulky ["technická čistota – nejvyšší povolený výskyt semen jiných druhů rostlin (v % hmotnostních) – jednotlivý druh" ] směrnice 66/401/ehs se za číslo "1,0" pro alopecurus pratensis přidává poznámka "f)".
in bijlage ii bij richtlijn 66/401/eeg wordt in deel i, punt 2, onder a (»tabel"), kolom 6 (»mechanische zuiverheid - maximumgehalte aan zaden van andere plantesoorten (% v/h gewicht) - van één enkele soort") na het voor alopecurus pratensis aangegeven cijfer »1,0" de verwijzing »(f)" toegevoegd.