Je was op zoek naar: entsendemitgliedstaaten (Duits - Nederlands)

an gemeinsamen einsätzen beteiligte beamte der entsendemitgliedstaaten unterliegen den weisungen der zuständigen stelle des aufnahmemitgliedstaats.
bij een gezamenlijk optreden betrokken ambtenaren van andere lidstaten zijn onderworpen aan de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit van de gastlidstaat.

die befugnisse, die die beamten und sonstigen bediensteten des entsendemitgliedstaats/der entsendemitgliedstaaten während des einsatzes im aufnahmemitgliedstaat ausüben dürfen;
de bevoegdheden die ambtenaren en ander overheidspersoneel van de zendstaat(staten) in de gastlidstaat mogen uitoefenen gedurende de operatie;

die spezifische unterstützung, die der bzw. die entsendemitgliedstaaten dem aufnahmemitgliedstaat gewähren, einschließlich der bereitstellung von beamten oder anderen öffentlichen bediensteten, material und finanziellen mitteln;
de specifieke bijstand die de zendstaat (zendstaten) aan de gaststaat (gaststaten) verleent (verlenen), inclusief ambtenaren of ander overheidspersoneel, materiaal en financiële elementen;

2.14 stellt fest, dass die richtlinie in diesem zusammenhang neben verfahrens-und zuständigkeitsregelungen – abweichend von dem herkunftslandprinzip wird der entsendemitgliedstaat für zuständig erklärt – auch weitere inhaltliche regelungen vornimmt, die unmittelbar an die geltende "richtlinie über die entsendung von arbeitnehmern im rahmen der erbringung von dienstleistungen" anknüpfen und diese daher ergänzen bzw. zu ihr in konkurrenz treten. die zur durchführung einer kontrolle und Überprüfung zulässigen maßnahmen der einzelnen mitgliedstaaten werden vorgegeben bzw. begrenzt. art. 17 (5) des richtlinienvorschlags sieht zwar zunächst eine ausnahme von der geltung des herkunftslandprinzips für die entsenderichtlinie vor. nach der Überzeugung des ausschusses führt das in art. 24 des richtlinienentwurfs vorgesehene verbot von auferlegung jeglicher pflichten diese ausnahmeregelung des art. 17 (5) jedoch ad absurdum. denn es bleibt offen, auf welchem wege der herkunftsmitgliedstaat von etwaigen verstößen im entsendestaat, der seinerseits keine kontrollen mehr durchführen und ahnden darf, kenntnis erlangen soll. selbst unterstellt, dies würde möglich sein, bleibt weiterhin offen, wie der herkunftsstaat in einem fremden staat, in dem er keine eigenen hoheitsbefugnisse hat, tätig werden soll;2.15 weist darauf hin, dass darin teilweise die gefahr gesehen wird, die effektivität einer wirksamen kontrolle könne leiden, und dass die regelungen der vorgeschlagenen richtlinie daher durchaus unmittelbar in den regelungsbereich der "richtlinie über die entsendung von arbeitnehmern im rahmen der erbringung von dienstleistungen" einwirken;
2.14 het voorstel bevat in dit verband procedure-en bevoegdheidsregelingen (in afwijking van het oorsprongsbeginsel wordt de lidstaat van ontvangst bevoegd verklaard). daarnaast worden materiële regelingen voorgesteld die aanknopen bij de "richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten" en daarop een aanvulling vormen maar er ook mee concurreren. ook worden de nationale uitvoeringsmaatregelen inzake toezicht en controle aangegeven en begrensd. in eerste instantie voorziet artikel 17, sub 5), van de ontwerprichtlijn in een afwijking van het oorsprongsbeginsel t.a.v. de richtlijn inzake de terbeschikkingstelling van werknemers, maar door het in artikel 24 van de ontwerprichtlijn genoemde verbod om verplichtingen op te leggen, wordt die afwijkingsmogelijkheid in de ogen van het cvdr absurd. het is zo namelijk nog steeds niet duidelijk hoe de lidstaat van oorsprong informatie moet inwinnen over evt. overtredingen die zijn begaan in de in de lidstaat van ontvangst, die van zijn kant geen controles meer mag uitvoeren en overtredingen vervolgen. zelfs al zou dit mogelijk zijn, dan blijft nog altijd de vraag hoe de lidstaat van oorsprong in een ander land, dat niet onder zijn jurisdictie valt, zou moeten optreden.