Je was op zoek naar: kirche (Duits - Nederlands)

kirche
kerk

neue kirche
nieuwe kerk

altkatholische kirche
oudkatholiek

2. evangelische kirche
een religieus mens bent

niederländisch reformierte kirche
nederlandse hervormde kerk

niederländisch-reformierte kirche
hervormd

schlupfkirche (geheime kirche)
schuilkerk

das volk füllte die kirche.
de schare trok op naar de zijvleugels; de oude en behoeftige postmeester, die betere dagen gekend had; de mayor en zijne vrouw,--want men had te st.

kann ich eine kirche besuchen?
kan ik een kerk bezoeken?

präromanische kirchenarchitektur, kirche der hl.
kathedraal van braga

staat, beziehung kirche— (0436)
2826 sociaal leven sportwedstrijd sportwedstrijd use sport (2826)

dialog zwischen staat und kirche
dialoog tussen staat en godsdiensten

syrisch-orthodoxe kirche von antiochien
syrisch-orthodox

regionalausschuss sued der niederlaendisch reformierten kirche
regionale commissie voor het zuiden der nederlands hervormde kerk

das dortige regime unterdrückt die kirche.
het regime onderdrukt de kerk.

protestantische kirche baden (bundesrepublik deutschland)
inhoud van het commissiedocument

restaurierung einer kirche, einschl. touristischer nutzung
restauratie van kerk inclusief toeristische faciliteiten

betrifft: eigentum der autokephalen orthodoxen kirche albaniens
de internationale hazelnootsector zal na de volgende oogst, die alleen al in turkije wordt geschat op 550.000 tot 600.000 ton, in een ernstige crisis komen te verkeren.

kirche santa maría la mayor, colmenar de oreja, spanien
kerk santa maría la mayor, colmenar de oreja, spanje

anisette use likör (6021) anglikanische kirche use anglikanismus (2831)
uf nt1 nt1 nt1 bezoldiging inkomsten uit arbeid aanvullend inkomen bijkomend voordeel loon arbeidsgeschikte leeftijd, bevolking op — (4411) arbeidskrachten, rekwisitie van — (4426) arbeidskrachten, schaarste aan — use vraag naar arbeidskrachten (4411)