Je was op zoek naar: my brothers i mess you (Engels - Nederlands)

my brothers!
mijn broers!

who? -- my brothers and me.
wie? - ik en mijn broers.

one of my brothers and i helped jewish friends.
een van mijn broers en ik hebben joodse vrienden geholpen.

my brothers and sisters were scattered.
mijn broers en zussen uiteengedreven.

you? you? i must avenge my brothers!
jij? jij? ik moet mijn broeders wreken!

felton, my brother, my friend, i conjure you!"
--„neen!” riep felton, „neen, gij zult leven en gewroken worden!”

my brother and i shared the room.
mijn broer en ik deelde de kamer.

my brother and i joined him there.
mijn broer en ik voegden ons later bij hem.

my brother aaron is more eloquent than i am.
mijn broeder hârôen kan beter spreken dan ik.

aaron my brother
namelijk aäron, mijn broeder.

"well, susan, this is a fine mess you are in."
"nou, susan, je hebt je weer mooi in de nesten gewerkt."

bye for now my brother.
tot binnenkort, mijn broer.

and my brother harun!
mijn broeder hârôen kan beter spreken dan ik.

"perhaps you mean--my brother--you mean mrs.--mrs.
"misschien bedoel je... mijn broer... je bedoelt zeker mevrouw...

i gave my brother a dictionary.
ik gaf mijn broer een woordenboek.

do you know my brother masao?
ken je mijn broer masao?

i'm proud of my brother.
ik ben fier op mijn broer.

mr president, some time ago i met my brother.
mijnheer de voorzitter, een tijdje geleden heb ik mijn broer gezien.

“that is haroon, my brother.”
haroen, mijn broer.

/ i received a letter of my brother.)
(ik kreeg een brief van mijn broer.)