Je was op zoek naar: quand (Frans - Nederlands)

quand
wanneer

quand?
wan­neer?

et quand ?
wanneer?

-- quand cela?
--„voor wanneer?”

quand au fond
ten gronde

c'est quand
uk) is het in grote lijnen eens met de vorige spreker.

-- quand on aime.
--„wanneer men bemint.”

-- où et quand ?
"waar en wanneer?"

-- quand part-il?
"wanneer vertrekt ze?"

comment et quand
etnisch nationalisme: nee

n'importe quand
altijd

quand venez-vous?
we missen je hor

quand h > 4300 mm.
wanneer h > 4300 mm.

essayer quand même
in elk geval proberen

_arrêter quand terminé
_stoppen na afloop

0,002 % quand utilisé seul
0,002 % indien afzonderlijk gebruikt

employer quand? comment?
wanneer gebruiken?

quand prendre tobi podhaler
wanneer moet u tobi podhaler gebruiken?

quand opera est fermé.
als opera wordt afgesloten.

quand j'étais petit
als het moui weer is, gann we naar zee