Je was op zoek naar: slalom (Frans - Nederlands)

slalom
slalom

slalom géant
reuzenslalom

les trains ne font pas de slalom.
treinen kunnen niet slalommen.

navigation de ligne, slalom, polo, marathon, rivière.
lijnvaren, slalom, polo, marathon, rivier

il faut pratiquement être champion du monde de slalom pour avoir le droit d'ensei­gner.
svensson (gue/ngl). - (sv) dank u, mijnheer de voorzitter.

tournoi (figures, saut, slalom), nu-pieds, wakeboard, course, téléski.
tornooi (figuur, schans, slalom), blootsvoets, wakeboard, racing, kabelbaan

monsieur le président, ce rapport est une tentative remarquable et bien formulée de tracer une ligne médiane qui serpente entre différents intérêts majeurs et contradictoires. un skieur appellerait cela un slalom.
mijnheer de voorzitter, dit verslag is een bewonderenswaardig en zeer goed geformuleerde poging om verschillende tegenovergestelde megabelangen toch met elkaar te verzoenen.

au moins deux manœuvres à exécuter à vitesse réduite, dont un slalom; cela devrait rendre possible la vérification de l'actionnement de l'embrayage en combinaison avec le frein, de l'équilibre, de la direction de la vision et de la position sur le motocycle, ainsi que de la position des pieds sur les repose-pieds;
ten minste twee verrichtingen bij een lage snelheid, waaronder een slalom ter beoordeling van de bediening van de koppeling in combinatie met de rem, balans, kijkrichting en de houding op het motorrijwiel, en de positie van de voeten op de voetsteunen;