Je was op zoek naar: soixante (Frans - Nederlands)

soixante
zestig

soixante neuf
geil

soixante-dix
70

soixante neufname
ninename

soixante-septième
zevenenzestig

soixante jours; ou
60 dagen, of

chômage soixante-dix.
in 1988 waren 20.000 vrouwen in een dergelijke functie werkzaam tegenover 100.000 mannen.

1° à soixante ans :
1° op zestigjarige leeftijd :

quatremille cent soixante huit
mille trois cent quatre vingt six

à soixante et un ans :
op eenenzestig jaar :

à soixante-quatre ans :
op drieënzestig jaar :

mil sept cent soixante douze
one thousand seven hundred and seventy-two

cinq sur plus de soixante-dix.
dat zijn er vijf van meer dan zeventig.

trente, soixante, encore plus?
soms ben ik er helemaal niet gelukkig mee dat het reglement wordt toegepast.

apparue dans les années soixante.
de vraag naar arbeidskrachten te groot was.

-- soixante, disait l'autre.
"zestig! ... tachtig! wel negentig op de honderd," zeide een ander.

4° à partir de soixante ans :
4° vanaf zestig jaar :

inégalés depuis les années soixante.
doelstelling: versterking van de eenheid van de volkshuishoudingen en harmonische ontwikkeling van de economieën der lid-staten.

cent soixante six projets ont été retenus.
honderdzesenzestig projecten zijn geselecteerd.

«soixante-quinze unités de compte»
%quot% 125 rekeneenheden%quot%;b) in lid 2 wordt: