Je was op zoek naar: vous savez déjà voir (Frans - Nederlands)

vous savez
beiden

vous savez tout cela.
dat is alles wat ik wilde zeggen.

-- ce que vous savez?
--„wat gij weet?”

vous savez déjà de quoi il s' agit.
u weet reeds waar het over gaat.

vous savez le reste.»
gij weet het overige.”

-- et vous savez chanter ?
"en kunt ge zingen?"

vous savez, mmele prési
ten tweede is er de binnenmarkt van 1992.

vous savez que j'ai pu
dat betekent zonder meer dat we ver

-- ah ! dis-je, vous savez...
"o, zoo," zei ik, "gij weet dus...."

-- et vous savez qui elle est?
--„en gij weet wie zij is?”

vous savez où nous en sommes.
u weet hoe de zaken hier liggen.

(dites-le) si vous savez.
als jullie dat maar wisten?

vous savez quelle est la réalité.
de socialistische fractie sluit zich bij dit protest aan.

vous savez, on a besoin de vous.
u weet dat men op u moet kunnen rekenen.

-- vous savez ce que j'ai fait?
--„gij weet, wat ik heb gedaan?”

vous savez que vous en avez le droit.
zoals u weet heeft u daartoe het recht.

vous savez vous-même que le programme de
de trein van de europese markt gaat met volle snelheid vooruit terwijl de onrust van de werknemers toeneemt vanwege hun vrees dat ze sociaal en economisch gemangeld zullen worden.

vous savez combien les citoyens sont préoccupés.
waarom zullen de besluiten van brussel beter ten uitvoer worden gelegd dan die van edinburgh?

vous savez danser, n'est-ce pas ?
ge kunt toch dansen, ja?

vous savez que c'est un problème considérable.
de voorzitter. - dank u, mevrouw cresson.