Je was op zoek naar: vous savez faire plusieurs choses à la fois (Frans - Nederlands)

vous savez
beiden

vous savez quelle est la réalité.
de socialistische fractie sluit zich bij dit protest aan.

vous savez tout cela.
dat is alles wat ik wilde zeggen.

vous savez que le président ne doit normalement pas faire de commentaires.
zoals u weet, dient de voorzitter gewoonlijk geen commentaar te geven.

vous savez l'histoire de la sarabande?
gij kent die historie immers?”

-- ce que vous savez?
--„wat gij weet?”

vous savez le reste.»
gij weet het overige.”

vous savez où nous en sommes.
u weet hoe de zaken hier liggen.

-- et vous savez qui elle est?
--„en gij weet wie zij is?”

-- mais, monsieur, vous savez donc...
--„hoe, mijnheer! gij weet dan....?”

vous savez ce que veut cette assemblée.
u kent de wil van dit parlement.

(dites-le) si vous savez.
als jullie dat maar wisten?

-- vous savez ce que j'ai fait?
--„gij weet, wat ik heb gedaan?”

assurez-vous que vous savez ce que vous achetez
zorg ervoor dat u weet wat u koopt

vous savez danser, n'est-ce pas ?
ge kunt toch dansen, ja?

vous savez parfaitement ce que l'article 129 dispose.
u bent prima op de hoogte wat de inhoud van artikel 129 betreft.

vous savez aussi, tout comme moi, qu'un groupe
en tenslotte dat een gemeenschappelijk standpunt inzake internationale acties wordt bereikt.

se tournant vers les femmes: « eh bien, chères amies, vous savez ce qui vous reste à faire! ».
hij wendde zich tot de vrouwen:" wel, dames, jullie weten wat jullie te doen staat!"

a part cela, vous savez comment l'affaire s'est terminée.
alle betrokkenen, ook de concurrenten, moeten hun mening kunnen zeggen.

c'est confirmé. "c'est une mère célibataire, vous savez", dit awali.
‘ze is een alleenstaande moeder,' zegt awali.