Je was op zoek naar: avventurosa (Italiaans - Nederlands)

avventurosa.
avontuurlijk.

eri avventurosa.
je was avontuurlijk.

che cosa avventurosa.
- dit is avontuurlijk.

avventurosa, magari.
- avontuurlijk.

era avventurosa. coraggiosa.
ze was avontuurlijk en niet bang.

daisy e' avventurosa.
daisy is avontuurlijk.

lei era cosi'... avventurosa!
maar jane was avontuurlijk.

e avventurosa e creativa.
en avontuurlijk en creatief.

si, una storia avventurosa.
gewoon proberen om goed te leven. ja.

- vivere una vita avventurosa?
een leven vol avontuur?

e' abbastanza avventurosa, uhm?
avontuurlijk.

- tu sei avventurosa, vero, tess?
- ben jij avontuurlijk?

sii avventurosa, ma non imprudente.
wees avontuurlijk, niet roekeloos.

mamma, rilassati, sii avventurosa.
rustig, mama. wees avontuurlijk.

una vita sempre molto avventurosa.
een gevoel van avontuur elke dag.

terzo appuntamento, uscita avventurosa.
date drie: avontuur.

io sono qui per una vacanza avventurosa.
ik kwam alleen langs om 'hallo' te zeggen.

ero piuttosto avventurosa quando lke era vivo.
ik was vrij avontuurlijk toen ike nog leefde.

- mi ricorda la mia gioventu' avventurosa.
het herinnert mij aan de avonturen van mijn jeugd.

e' la nostra luna di miele avventurosa.
dit is wie is ze is.