Je was op zoek naar: dal lavoro (Italiaans - Nederlands)

dal lavoro.
werk.

dal lavoro?
ik weet wat je gaat doen.

- dal lavoro.
och, van het werk.

esci dal lavoro.
verlaat je werk.

e' dal lavoro.
het is werk, ik moet die aannemen.

- ah, dal lavoro.
van op het werk.

assenza dal lavoro
verlof

arrivo dal lavoro.
ik kom net uit mijn werk.

sommersi... dal lavoro.
begraven... onder het werk.

- arrivo dal lavoro.
- ik kom van m'n werk.

da cosa? dal lavoro?
van wat, werk?

a distrarmi dal lavoro.
een afleiding voor mijn werk.

a piedi dal lavoro?
helemaal van je werk?

- sono venuta dal lavoro.
kwam van het werk.

- arrivi ora dal lavoro?
kom je van je werk nu?

- e' stressata dal lavoro?
gestrest door je werk?

astensione illegale dal lavoro
onwettige werkonderbreking

allora stacca dal lavoro.
neem dan vrij.

anche fuori dal lavoro?
zelfs buiten het werk?

[tornerò tardi dal lavoro.
ik kom laat uit me werk vandaag.