Je was op zoek naar: fiorisce (Italiaans - Nederlands)

cresce e fiorisce.
maar het groeit en komt tot bloei.

fiorisce tutto intorno.
overal bloeiende cactussen.

una felce. fiorisce alla luce.
- een varen, het heeft weinig licht nodig.

al mattino fiorisce e cresce.
in de morgen bloeit het en schiet het op... des avonds verwelkt 't en verdort.

"quando l'udonge..." fiorisce.
u verdient mijn wraak.' nu komt het. laat ons wat zien.

a nord fiorisce un fiore di nuvole
in het noorden bloeien wolkenbloemen

a est, fiorisce un fiore di nuvole
wolkenbloemen bloeien in het oosten

questo fiorisce... ogni notte per tre mesi.
deze bloeit iedere nacht, drie maanden lang.

a ovest, fiorisce un fiore di nuvole
wolkenbloemen bloeien in het westen

e dove fiorisce la malattia... il male attecchisce.
en waar ziekte tiert, zal het onheil volgen.

come un vecchio albero, che non fiorisce piu',
als een oude boom die geen bloesem meer draagt.

l'albero fiorisce solo una volta all'anno.
een boom bloeit maar één keer in 'tjaar.

"come il fiore del campo, cosi' egli fiorisce.
zoals een veldbloem, zal hij bloeien."

il fiore di loto fiorisce nel grigio fango del nilo.
de lotusbloem groeit in het grijze modder van de nijl.

ma la vita fiorisce anche in assenza di luce, e che vita.
er huist leven in deze afwezigheid van licht, en wat voor leven.

anche qui le necessità sono vaste ed il mercato nero fiorisce.
handelingen van het europees parlement

come un fiore di campo, l'uomo fiorisce e poi muore.
als een bloem in het veld tiert hij welig... en gaat dan dood.

- ti piacera', e' fiorito. - fiorisce in primavera?
je zou hem mooi vinden, hij heeft bloesem in de lente.

l'attimo in cui due bolle si uniscono svaniscono entrambe, un loto fiorisce
als twee luchtbellen samen verenigd worden dan verdwijnen ze

dio onnipotente... l'albero della vita fiorisce sulla riva delle acque placide.
almachtige god. de levensboom bloeit naast de oever van de stille wateren.