Je was op zoek naar: giorno festivo (Italiaans - Nederlands)

giorno festivo
gedenkdag

giorno festivo infrasettimanale
feestdag

lunedì è giorno festivo.
ik was onbeschoft tegen haar.

ma c'è un giorno festivo.
en zij is goed, het is mijn zus, wat? !

il giorno festivo non è cominciato...
de feestdag is nog niet begonnen.

il giorno festivo dovrebbe andar bene.
natuurlijk.

1 -4 rappresentanza diplomatica giorno festivo
1­2 ambtenaar, arbeidsvoorwaarden, consumentengedrag, werknemer in overheidsdienst

lunedì sarà un giorno festivo a bruxelles.
maandag is een vrije dag in brussel.

oh, la domenica e' il tuo giorno festivo?
zondagen zijn je heilige dagen?

nt4 congedo straordinario nt3 giorno festivo nt3 riposo settimanale
nt4 buitengewoon verlof nt3 feestdag nt3 onbetaald verlof nt3 wekelijkse rusttijd nt2 variabele werktijden nt2 werktijden

«- organizzazione del lavoro nt3 giorno festivo nt3 riposo settimanale
*- ondergrondse economie uf contra-economie uf verdoken economie omvang van de onderneming use ondernemingsgrootte (4011)

giorni festivi.
feestdagen.