Je was op zoek naar: ogni primo del mese (Italiaans - Nederlands)

ci va ogni primo del mese.
- hij gaat elke eerste van de maand.

ogni primo del mese, ogni mese.
elke maand.

il primo del mese.
eerste van de maand.

primo del mese, bart.
elke eerste van de maand, bart.

si, il primo del mese.
- per de eerste van de maand.

e' il primo del mese.
het is de eerste dag van de maand.

primo ---(del.) -
primo ---(del.) -

e' il primo del mese, yo.
de eerste van de maand, he? ik zei:

ci vediamo al primo del mese.
ik zie je... de eerste van de maand.

- perchè è il primo del mese.
het is de eerste van de maand.

- primo del mese. senza eccezioni.
eerste van de maand, zonder uitzonderingen.

- domani e' il primo del mese.
morgen is de eerste.

hildegard comincia dal primo del mese.
hildegard begint de 1e bij pschorr.

sta arrivando il primo del mese, john.
de maand is bijna voorbij.

- sta arrivando il primo del mese, john.
- de eerste van de maand komt eraan.

- il primo del corso.
eerste in zijn klasse.

del primo? del secondo?
de eerste, de tweede?

l'affitto si paga il primo del mese.
huur op de eerste van de maand.

- con assegno circolare, il primo del mese.
- check, aan het begin van de maand.

primo lunedì del mese. ci faremo vivi noi.
de eerste maandag van de maand.