Je was op zoek naar: smartphone (Italiaans - Nederlands)

smartphone
smartphone

gli smartphone.
smartphones.

applicazione smartphone
smartphoneapplicatie

era uno smartphone?
smartphone?

- o uno smartphone.
iedereen met een smartphone.

- no. e' uno smartphone?
flash, toch?

la mia app per smartphone.
mijn spel-app voor de smartphone.

si chiama smartphone, ok?
een smartphone.

e' uno smartphone, kylie?
is dat een flash telefoon, kylie?

e poi arrivarono gli smartphone.
- en toen kwam de smartphone.

gli smartphone ti vanno bene?
zijn smartphones goed?

e' uno smartphone, ha il gps.
haar mobiel heeft gps.

spesso anche dallo smartphone.
de meesten werken vanaf hun telefoon.

anche chi spara ha uno smartphone.
schutters hebben ook smartphones.

abbiamo appreso tutto dal tuo smartphone.
we hebben ze van je smart phone afgehaald.

questo non accadrebbe se avessi uno smartphone.
dit zou niet gebeuren als ik een smartphone had.

abbiamo identificato l'uomo con lo smartphone?
weten we al wie het gefilmd heeft?

e come riescono a farlo con i loro smartphone?
hoe doen ze dat eigenlijk met hun smartphones?

- quanti smartphone abbiamo raccolto? - cinquantasette.
hoeveel smartphones hebben we verzameld?

beh, vorrei solo comprare uno di quegli smartphone 7g.
ik wil alleen een van die 7g smartphones kopen. die zijn uitverkocht.