Je was op zoek naar: sparargli (Italiaans - Nederlands)

sparargli.
- neer kunnen schieten.

sparargli?
neerschieten?

- sparargli?
- hem schieten?

non sparargli.
schiet hem niet neer.

devo sparargli?
moet ik ze beschieten?

- devi sparargli.
- schiet ze neer.

- non sparargli!
vermoord hem niet.

dobbiamo sparargli.
om de geest van concordia te illustreren:

dovremmo sparargli?
- zullen we ze neerschieten?

- dobbiamo sparargli.
- we moeten hem neerschieten.

- dobbiamo sparargli?
zullen we 'm doodschieten?

- beh, vuoi sparargli?
-doodschieten.

- cosi' puoi sparargli?
- zodat je hem kunt neerschieten?

ho dovuto sparargli.
dus ik moest hem neerschieten.

non potevo sparargli!
ik moest 'm van me afhouden.

- dovreste sparargli ora.
je zou hem nu moeten afmaken.

- sì. dovresti sparargli.
- je zou hem moeten neerschieten.

-posso sparargli? -gene!
- mag ik hem slaan?

davvero volevi sparargli?
wou je hem doodschieten?

sparargli, crackers, sparargli.
schieten, crackers, schieten.