Je was op zoek naar: venire a casa tua (Italiaans - Nederlands)

venire a casa tua?
mee naar jou huis?

mai venire a casa tua.
niet naar jouw huis moeten gaan.

vuole venire a casa tua
" hij wil naar je huis komen "

posso venire a casa tua?
mag ik bij je langskomen?

- posso venire a casa tua.
ik kan ook naar jou komen.

-posso venire a casa tua?
-kunnen we naarjouw huis gaan?

vuoi venire a casa?
wil je naar huis komen?

- e venire a casa.
en naar huis komen.

- puoi venire a casa?
kan jij langs 't huis komen?

non potrei venire a casa tua?
mag ik met jou mee?

devi solo venire a casa.
je moet naar huis komen.

alex. devi venire a casa.
alex, je moet thuiskomen.

puo' venire a casa mia.
hij kan bij mij blijven.

- vuoi venire a casa mia?
wil je naar mijn appartement?

- quando posso venire a casa tua ?
wanneer mag ik mee naar jouw huis?

devi venire a casa adesso.
je moet nu naar huis komen.

possiamo venire a casa tua a giocare?
mogen we bij jou thuis komen spelen?

e' stato lui a venire a casa tua.
hij kwam naar jouw huis.

- posso venire a casa sua?
kan ik niet met u mee?

devono venire a casa nostra.
- moeten naar ons huis.