Je was op zoek naar: quis es (Latijn - Nederlands)

es
jij bent

unus es!
wees er een!

quis rides
who are you laughing at

quis legit?
wie leest er?

speciosa facta es
du är vacker

cuius filius es?
wiens zoon ben jij?

mihi nomen est sophie. et tu? quis tu es?
geheiligd zij uw naam

memento quia pulvis es.
gedenk dat gij stof zijt.

cras es noster deo volente
cras es noster

tota pulchra es, o maria
tot pulchra es maria

melle dulci dulcior tu es
eres más dulce que la dulce miel

c/mulierem fortem quis inveniet
c / de sterke vrouw: wie zal haar vinden?

sed et lacks quis enim mattis nonummy
but it also lacks any real estate offset

tu es filius meus dilectus in te complacui mihi
jij bent mijn geliefde zoon

tu gloria jerusalem, tu laetitia israel, tu honorificentia populi nostri. tota pulchra es, maria.
kom, je zult gekroond worden

haec ubi dicta dedit, citharam tangere coepit et patula dulce concinit ore melos. ianitor ut dulcem concentum percipit aure, prosilit ut videat quis sit hic et quid agat.
wanneer hij dat gezegd heeft, begint hij zijn lier te bespelen en met zijn brede muil een lieflijk liedje te zingen. wanneer de deurwachter het lieflijke gezang met zijn oor opvangt, springt hij op om te zien wie hij is en wat hij doet.