Je was op zoek naar: lekker (Nederlands - Duits)

hmmm, lekker…
hmm, lecker …

lekker brüste
schönen penis

niet lekker voelen
unwohlsein

dit is erg lekker.
das schmeckt sehr gut.

het is lekker hier!
es ist toll hier!

ligt lekker in de hand
angenehm für die hände

die appels zijn lekker.
die Äpfel sind lecker.

vind je appels lekker?
magst du Äpfel?

lekker neuken in keuken
netter fick

deze bloem ruikt lekker.
diese blume riecht gut.

goedenacht. droom maar lekker.
gute nacht. träum was schönes.

lekker neuken in de keuken
die katze im sack kaufen

goeie nag skat, lekker slaap
schlaf gut

groene steden – lekker leven
grüne städte – lebenswert

gebruiksvriendelijk en ligt lekker in de hand
leicht in der hand, leicht in der bedienung

haring smaakt lekker met aardappel.
hering schmeckt lecker mit kartoffeln.

vind je appels of sinaasappels lekker?
magst du Äpfel oder orangen?

zich over het algemeen niet lekker voelen
allgemeines unwohlsein

ik hoop dat u lekker heeft gegeten.
hoffentlich haben sie gut zu abend gegessen!