Je was op zoek naar: nasolacrimale (Nederlands - Engels)

nasolacrimale occlusie of het zachtjes sluiten van het ooglid is aanbevolen na instillatie.
nasolacrimal occlusion or gently closing the eyelid after instillation is recommended.

nasolacrimale occlusie of het zachtjes sluiten van het ooglid na toediening wordt aanbevolen.
nasolacrimal occlusion or gently closing the eyelid after administration is recommended.

het wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de passage van de oogdruppels in de nasofarynx via het nasolacrimale kanaal.
it is likely caused by passage of the eye drops in the nasopharynx via the nasolacrimal canal.

bij gebruik van nasolacrimale occlusie en door de oogleden 2 minuten te sluiten wordt de systemische absorptie verminderd.
when using nasolacrimal occlusion and closing the eyelids for 2 minutes, the systemic absorption is reduced.

de systemische absorptie wordt verminderd wanneer nasolacrimale occlusie wordt toegepast of wanneer de oogleden 2 minuten worden gesloten.
when using nasolacrimal occlusion or closing the eyelids for 2 minutes, the systemic absorption is reduced.

het wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de passage van de oogdruppels in de nasofarynx via het nasolacrimale kanaal en is toe te schrijven aan brinzolamide.
it is likely to be caused by passage of the eye drops in the nasopharynx via the nasolacrimal canal and is attributable to brinzolamide.

patiënten moet worden opgedragen om nasolacrimale occlusie toe te passen en de oogleden na instillatie 2 minuten te sluiten om de systemische absorptie te verminderen.
patients should be instructed to use nasolacrimal occlusion and to close the eyelids for 2 minutes after instillation, to reduce the systemic absorption.

nasolacrimale occlusie of het zachtjes sluiten van het ooglid na indruppeling kan helpen om de incidentie van dit effect te beperken (zie rubriek 4.2).
nasolacrimal occlusion or gently closing the eyelid after instillation may help reduce the occurrence of this effect (see section 4.2).

nasolacrimale afsluiting of het zachtjes sluiten van het ooglid na indruppeling kan helpen om de incidentie van dit effect te beperken (zie ook rubriek 4.2).
nasolacrimal occlusion or gently closing the eyelid after instillation may help reduce the incidence of this effect (see also section 4.2).

nasolacrimale afsluiting of het zachtjes sluiten van het ooglid na indruppeling kan helpen om de incidentie van dit effect te beperken (zie ook 4.2 dosering en wijze van toediening).
nasolacrimal occlusion or gently closing the eyelid after instillation may help reduce the incidence of this effect (see also 4.2 posology and method of administration).

een voorwaarde die het nasolacrimale kanaal veroorzaakt (traanbuis) wordt belemmerd, hetzij door middel van een ontsteking als gevolg van een verworven aandoening, of als gevolg van een aangeboren afwijking, kan ook leiden tot een overvloed van tranen.
a condition which causes the nasolacrimal duct (tear duct) to be obstructed, whether through inflammation due to an acquired condition, or because of a congenital abnormality, may also cause an overflow of tears.