Je was op zoek naar: fris (Nederlands - Frans)

fris
frais

het is fris
il fait frais

het is fris vandaag.
il fait frais aujourd'hui.

geestelijk moe geestelijk fris i
l'esprit fatigué

erg fris ruikt het hier niet...
elle ne sent pas très bon…

kleding moet fris en verzorgd zijn.
le candidat est supposé avoir une idée générale de la société (activité, taille, etc.).

fris eindelijk eens uw geheugen op!
enfin, il faudrait mieux organiser la collaboration avec les ong.

en we zijn altijd in voor fris bloed!: -).
et nous sommes toujours à la recherche de sang frais...

een kort middagdutje en hoplakee, ik ben weer fris als een hoentje.
une petite sieste et hop, je suis frais comme un gardon.

een fris en dynamisch team: de nieuwe commissie is jonger dan de huidige commissie.
la nouvelle commission, équipe fraîche et dynamique, est plus jeune que le collège sortant.

die door zijn goudgele kleur een even frisse als stijlvolle uitstraling heeft
qui a une apparence tout aussi fraîche et élégante en raison de sa couleur jaune doré