Je was op zoek naar: teller noemer (Nederlands - Frans)

quotient(teller;noemer)
quotient(numérateur; dénominateur)

noemer
dénominateur

individuele teller
compteur individuel

geiger-teller
compteur de radiation

stambreuk, teller, noemer, breukstreep, gelijknamig, gelijkwaardig.
fraction thématique, numérateur, dénominateur, barre de fraction, de même dénominateur, équivalent.

laagste gemeenschappelijke noemer
plus petit dénominateur commun

een breuk waarvan de teller 121,92 en de noemer 100 is.
par une fraction dont le numérateur est 121,92 et le dénominateur est 100.

2: het eu-gemiddelde is de som van teller en noemer voor alle eu-lidstaten.
2: la moyenne de l'ue est calculée par sommation du numérateur et du dénominateur sur tous les pays de l'ue.

1: gewogen gemiddelden gebaseerd op de som van teller en noemer in alle eu-lidstaten.
1: moyennes pondérées obtenues par sommation du numérateur et du dénominateur sur tous les pays de l'ue.

de breuk die met elk kalenderjaar overeenstemt heeft als teller de eenheid en als noemer het getal 45.
la fraction correspondant à chaque année civile a pour numérateur l'unité et pour dénominateur le nombre 45.

deze bedragen moeten vermenigvuldigd worden met een breuk waarvan de teller 136,6251 en de noemer 100 is.
ces montants doivent être multipliés par une fraction dont le numérateur est 136,6251 et le dénominateur est 100.

de functie quotient() geeft het gehele deel van de breuk (teller/noemer) terug.
la fonction quotient renvoie la partie entière de numérateur & #160; / & #160; dénominateur.

de teller ervan bevat de tenlastenemingsdagen en de noemer de onthaal- of huisvestingsdagen voor alle begunstigden van de dienst.
celui-ci reprend au numérateur les journées de prises en charge et au dénominateur les journées d'accueil ou d'hébergement de la totalité des personnes accueillies dans le service.

1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is bedoeld in artikel 4, § 2, of in artikel 18.
1° une fraction dont le numérateur est 1 et le dénominateur est celui qui est visé à l'article 4, § 2, ou à l'article 18.

1° een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is van de breuk bedoeld in artikel 7, § 2 of § 3.
1° une fraction dont le numérateur est 1 et le dénominateur est celui de la fraction visée à l'article 7, § 2 ou § 3.

gemeenschap, verenigde staten en japan, 1960-1983 hetgeen na eliminatie van de reële winst na belasting uit de teller en de noemer wordt :
la communauté, les États­unis et japon, 1960­1983 pour les investisseurs qui ont acheté des obligations en 1970 par exemple.

voor de meeste indicatoren wordt het eu-gemiddelde berekend als gewogen gemiddelde, m.a.w. door het optellen van teller en noemer in alle eu-lidstaten.
pour la plupart des indicateurs, la moyenne de l'ue est calculée comme une moyenne pondérée, c'est‑à‑dire par sommation du numérateur et du dénominateur sur tous les pays de l'ue.

2: gewogen gemiddelde gebaseerd op het totaal van teller en noemer in alle eu-lidstaten (voor indicator 1.1 is het eu-gemiddelde een ongewogen gemiddelde).
2: moyenne pondérée obtenue par sommation du numérateur et du dénominateur sur tous les pays de l'ue (pour l'indicateur 1.1, la moyenne de l'ue est non pondérée).

het marktaandeel steeg omdat het verbruik (noemer) meer daalde dan bedoelde invoer (teller).
la hausse de la part de marché s'explique par le fait que la consommation (dénominateur) a reculé davantage que les importations susmentionnées (numérateur).

tellers
compteurs