Je was op zoek naar: van waar zijn jullie (Nederlands - Frans)

daar zijn jullie.
vous voici arrivés.

zo zijn jullie nu.
vous avez bel et bien disputé à propos d'une chose dont vous avez connaissance.

zijn jullie dan dankbaar?
en êtes-vous donc reconnaissants?

…wanneer zijn jullie hier?
pierre appelle les apprentis dans l’étable.

waar zijn we
où en sommes-nous?

hoe oud zijn jullie kinderen?
quel âge ont vos enfants ?

zijn jullie daar geen voorstander van?"
ce fait témoigne de l'influence réelle que peuvent avoir le parlement et la commission sur les cours des événements.

ik zal blij zijn jullie weer te zien
sans préavis de votre part

anders zijn jullie gelijk aan hen.
sinon, vous serez comme eux.

wanneer zijn jullie ermee begonnen?
quand l'avez-vous commencé ?

dat kan niet waar zijn.
cela ne peut être vrai.

dat kan niet waar zijn!
nous ne pouvons que nous en féliciter.

dat zijn jullie woorden uit jullie monden.
ce sont des propos [qui sortent] de votre bouche.

- waar zijn mijn neven?
– où sont mes cousins ! ?

"ja, maar waar zijn wij?"
-- oui. où sommes-nous ?

waar zijn alle bloemen heen?
où sont passées les fleurs?

wilden, waar zijn die niet?
des sauvages, où n'y en a-t-il pas ?

waar zijn de critici gebleven?
où sont les critiques?

waar zijn die 70.000 soldaten?
c'est pourquoi nous les soutiendrons toutes.

waar zijn wij eigenlijk mee bezig?
que sommes-nous en train de faire?