Je was op zoek naar: hapjes (Nederlands - Italiaans)

hapjes.
dolcetti.

hapjes!
- fatto.

- hapjes.
- antipasti. - ben fatto.

vage hapjes.
mucchietti misteriosi.

de hapjes?
gli stuzzichini?

italiaanse hapjes
italian snacks

gratis hapjes.
cibo gratis, no?

avond hapjes?
"delizie pomeridiane"?

- gratis hapjes.
- danno spuntini gratis.

bij die hapjes daar.
sì, potrebbe andare!

heb je hapjes bij?
hai portato degli stuzzichini?

- geef me wat hapjes.
- passami dei twiglets.

al die koude hapjes.
tutta questa carne.

alleen voor de hapjes?
- solo l'antipasto?

kom op, zoete hapjes!
vieni, bocconcino!

- tredmolens. pikante hapjes.
- cose noiose!

deze hapjes zijn heel verrukkelijk.
questi canape' sono deliziosi.

breng de hete hapjes, vlug.
prendete l spuntini caldi, presto.

-zet gewoon wat hapjes neer.
tira fuori delle merendine!

- met die lekkere hapjes daar?
- con quei giovani bocconcini ovunque?