Je was op zoek naar: ria (Nederlands - Italiaans)

ria
ria

- toe, ria.
- dai, ria!

ik heet ria.
- mi chiamo ria.

- maria, ma-ria.
- maria, ma-ria.

dit is ria torres.
in realta' non ho potuto.

goed geacteerd, mia. -ria.
- ben fatto, mia.

eli loker, ria torres.
will loker, ria torres.

ba ria-vung tauvietnam.kgm
bà rị a-vũ ng tàuvietnam. kgm

- weet je waar onze ria is?
- sai dov'e' ria? - dovrebbe essere di sotto.

gewoon water, dank je ria.
- solo dell'acqua. grazie, ria. - di nulla.

ria, wat is er aan de hand?
- ria, che succede? - papa' e' a casa. - esci.

ria gaat terug naar het vliegveld.
ma ria tornera' all'aeroporto.

en cal heeft je nodig, ria.
- e cal conta su di te.

ekin zetroc en die man nadroj ria.
nadroj ria.

andrew jenkins. ik ben ria torres.
- andrew jenkins... sono ria torres.

dan zal ria iemand zoals jij bellen.
- allora ria chiamera' qualcuno come lei.

ik ben ria torres van de lightman group.
gwen, salve. sono ria torres.

we zijn hier niet om zijn lesplanning te beoordelen, ria.
non siamo qui per valutare le sue lezioni, ria.

daar zien de camera's je niet. waar is ria?
e' la zona cieca delle telecamere.

1 de kandidaten geen informatie kregen over de beoordelingscriteria; ria;
1 i candidati non avevano potuto ottenere alcuna informazione in ordine ai criteri di valutazione;