Je was op zoek naar: nooit genoeg (Nederlands - Latijn)

genoeg
satis

nooit gaan
abeunt

geef nooit op
non deficere

vergeet het nooit
noli oblivisci promissionem tram

geef nooit de moed op
omnia causa abensis

ik zal je nooit vergeten
ego numquam

wees niet boos genoeg, meneer
et ne ultra memineris

bij tegenspoed, nooit opgeven!
adversis moveri nefas

dus als nooit te kijken met plezier op
ne umquam respexeris

nooit iets doen met een ex van een lid van medica
cum nunquam aliquid ex

nooit kussen of sex hebben met een ex-partner
non osculum, ut sexus vel cum ex

telephe of pelus ziek als ze sluimeren of berichten aan genoeg houden is mooi glimlach glimlach, ja
telephe vel peleus male si ipsi dormitabo aut mandata on satis est pulchra ridenilbus adrident, ita

voor het grootste deel van de leeuwen, en voor het grootste deel van de stammen, en voor hun eigen vrije wil, spanden ze samen en hielden een telling. anderen dachten dat ze geblokkeerd waren door de weg, door de bossen, door de bergen. maar anderen gaven de hoop op om te vechten op en vreesden de onheilige dood en zeiden: ‘wie of wat kunnen we vernietigen? armātī, inermēs, fortēs, ignāvī: we zijn allemaal gevangen en verslagen. we kunnen niet met de samnieten praten. de verraderlijke vijand zal nooit de strijd openen, maar de vijand zal de oorlog doden.
ad maestōs cōnsulēs lēgātī ac plerīque tribūnī mīlitēsque suā sponte convēnērunt et cōnsuluērunt. aliī putābant sē per viam clausam, per silvās, per montēs ēvādere posse. aliī autem spem pugnae ōmittēbant et metū mortis inhonestae dēsperābant: ‘quō aut quā ēvādere poterimus? armātī, inermēs, fortēs, ignāvī: cunctī captī ac victī sumus. samnītibus cōnfīdere nōn possumus. hostis perfidus numquam pugnam apertam inībit: sedēns bellum cōnficiet. nōb