Je was op zoek naar: graag (Nederlands - Spaans)

ja, graag.
sí, con gusto.

"heel graag."
-naturalmente, capitán.

graag gedaan
you're welcome

graag gedaan.
con gusto.

zing je graag?
¿te gusta cantar?

dat hoor ik graag.
me alegro de oírlo.

wat doet ge graag?
¿qué te gusta hacer?

ik ga graag mee eten
estoy yendo a comer

hij vecht niet graag.
no le gusta pelear.

heel graag, mijn beste.
con mucho gusto, tío.

"graag, mijnheer aronnax."
-naturalmente, señor aronnax.

de oude man overdrijft graag.
al anciano le gusta exagerar.

tijd is nul, graag corrigeren.
el tiempo es cero. introduzca un valor válido.

niet nu maar later, graag!
ahora no. después, con gusto.

"bedankt." "graag gedaan."
"gracias." "de nada."

"zeker zou ik dat graag."
-puede creer que no.

hebt ge graag witte chokolade?
¿te gusta el chocolate blanco?

heb je je collega's graag?
¿te gustan tus colegas?

alle jongens spelen graag honkbal.
a todos los niños les gusta jugar al béisbol.

wat zou je graag willen drinken?
¿qué quieres beber?