Je was op zoek naar: waar ben je (Nederlands - Spaans)

waar ben je?
¿dónde estás?

waar ben jij
ik ben ook in het binnenlamd

ben je blij?
¿eres feliz?

waar ben je gisteren geweest?
¿dónde estuviste ayer?

ben je klaar?
estas terminando?

ben je bang voor tom?
¿le tienes miedo a tom?

ben je aan het bruinen?
qué haces

hallo, ben je er nog?
hola, ¿sigues ahí?

ik ben je favoriete indiër
soy tu india favorita

„waar ben ik?” vroeg zij.
¿dónde estoy? dijo.

ben je alleen op kerstavond?
¿pasarás nochebuena solo?

o elinor, wat ben je koel!
elinor, qué corazón tan frío.

ik ben je tien dollar schuldig.
te debo diez dólares.

ben je de spin of de vlieg?
¿eres araña o mosca?

ben je dat met alles zo gulzig
neozelandés

ben je al eens in parijs geweest?
¿has estado alguna vez en parís?

"ben je moe?" "nee, helemaal niet."
"¿estás cansado?" "no, en absoluto."

wanneer ben je klaar om te vertrekken?
¿cuándo estarás listo para salir?

"hoe oud ben je?" "ik ben 16 jaar."
"¿cuántos años tienes?" - "tengo dieciséis años."