Je was op zoek naar: esperaré (Spaans - Nederlands)

está bien; os esperaré.
--„goed, ik zal u wachten.

os esperaré para veros salir.
--„ik zal wachten, totdat gij er uit komt.”

en todo caso, te esperaré mañana.
morgen verwacht ik je in elk geval.

esperaré aquí hasta que ella venga.
ik zal hier wachten tot ze komt.

yo esperaré aquí hasta que él vuelva.
ik zal hier wachten tot hij terugkomt.

¡de acuerdo! dijo milady . esperaré por vos.
--„het zij zoo,” zeide milady, „voor u zal ik wachten.”

argumento sobre la conveniencia de esperar
argument dat het wenselijk was om de afloop af te wachten