Você procurou por: behandlungsarm (Alemão - Holandês)

7% und im 72-wöchigen behandlungsarm 12% bzw.
in een klinische studie werden patiënten die niet gereageerd hadden op gepegyleerd interferon alfa-2b/ ribavirine behandeling, behandeld gedurende 48 of 72 weken.

15%) als im 48-wöchigen behandlungsarm (6% bzw.
evenzo was bij patiënten met cirrose of transitie naar cirrose, de frequentie waarmee patiënten zich terugtrokken uit de pegasys behandeling en ribavirine behandeling hoger in de 72 weken behandelingsarm (13% en 15%) dan in de 48 weken arm (6% en 6%).

es zeigte sich eine erhöhte sterblichkeit im behandlungsarm mit vectibix.
10 mortaliteit in de vectibix arm.

im imatinib-behandlungsarm wurde ein anderes mutationsspektrum festgestellt.
een ander spectrum van mutaties werd gevonden in de imatinibbehandelarm.

im behandlungsarm mit obt alleine lag der anteil bei 6% der therapieversager.
falen bij cxcr4-gebruikend virus:

die gesamtinzidenz hämorrhagischer ereignisse war im gazyvaro und im rituximab behandlungsarm ähnlich.
de totale incidentie van bloedingen in de groep behandeld met gazyvaro was vergelijkbaar met die in de groep behandeld met rituximab.

der sekundäre endpunkt zum psa-ansprechen war im jevtana-behandlungsarm positiv.
de psa secundaire eindpunten waren positief in de jevtana-arm.

eine kongestive herzinsuffizienz wurde bei 0,5 % der patienten in jedem behandlungsarm beobachtet.
congestief hartfalen werd gezien bij 0,5% van de patiënten in elke behandel-arm.

141 erwachsene patienten wurden zum behandlungsarm tenofovirdisoproxilfumarat randomisiert und 139 zum behandlungsarm emtricitabin plus tenofovirdisoproxilfumarat.
honderdeenenveertig en 139 volwassen patiënten werden gerandomiseerd naar een behandelingsgroep met respectievelijk tenofovirdisoproxilfumaraat en emtricitabine plus tenofovirdisoproxilfumaraat.

2 patientinnen im tac- behandlungsarm und 4 patientinnen im fac-behandlungsarm starben aufgrund von herzversagen.
2 patiënten in de tac-arm en 4 patiënten in de fac-arm zijn overleden als gevolg van hartfalen.

im mikrofraktur-behandlungsarm gab es vier patienten mit therapieversagen gegenüber einem patienten im maci-behandlungsarm.
bij vier patiënten faalde de behandeling in de behandelingsgroep met microfractuur versus één patiënt in de behandelingsgroep met maci.

in der nodal positiven studie (tax 316) starb in jedem behandlungsarm eine patientin aufgrund von herzversagen.
in de klierpositieve studie (tax 316) overleed één patiënt in elke arm als gevolg van hartfalen.

13,8; nicht bestimmbar) im behandlungsarm mit panitumumab und war nicht bestimmbar im behandlungsarm ohne panitumumab.
13,8, onberekenbaar) in de panitumumab arm en niet berekenbaar voor de niet-panitumumab arm.

die rate an febriler neutropenie betrug 12,5 % im behandlungsarm olaratumab plus doxorubicin und im arm doxorubicin allein 13,8 %.
de mate van neutropenie met koorts was 12,5% in de arm olaratumab plus doxorubicine en 13,8% in de arm met alleen doxorubicine.

die patienten im br-cap-behandlungsarm erhielten bortezomib (1,3 mg/m2 an den tagen 1, 4, 8, 11,
behandelgroep kregen bortezomib (1,3 mg/m2; op de dagen 1, 4, 8, 11; rustperiodedagen 12

die häufigkeit tödlich verlaufender ates betrug 0,6 % im experimentellen behandlungsarm versus 0,2 % im kontrollarm (siehe auch abschnitt 4.4).
de incidentie van fatale ate’s was 0,6% in de experimentele arm versus 0,2% in de controle-arm (zie ook rubriek 4.4).

alle behandlungsarme erfuhren eine 24-wöchige behandlungsfreie nachbeobachtung.
alle behandelarmen hadden een 24 weken durende behandelingsvrije follow-up.