Você procurou por: i nipoti (Italiano - Holandês)

i nipoti.
de kleinkinderen.

come stanno i nipoti?
hoe gaat het met de kleinkinderen?

- i nipoti sono scomparsi.
de kleinkinderen zijn weg.

a giocare con i nipoti.
- spelen met zijn kleinkinderen.

i nipoti di henry winchester.
de kleinzonen van henry winchester.

i nipoti verranno a trovarvi?
komen de kleinkinderen binnenkort?

ti faro' sapere per i nipoti.
over die kleinkinderen laat ik je nog wel weten.

- ci sono i nipoti, ora. - gia'.
- het is de kleinkinderen nu.

risparmiate le lamentele per i nipoti.
hou de teleurstelling voor de kleinkinderen.

poi sarebbero nati i nipoti, pronipoti.
en zij weer kleinkinderen en achterkleinkinderen.

quando arrivano i nipoti, signora?
wanneer komen de kleinkinderen, mevrouw?

sono i nipoti di pompoff e thedy.
de neven van pompoff en teddy.

scusa... i nipoti sono super protettivi.
sorry, m'n kleinkinderen winden me om hun vingertjes.

- non puoi scrivere niente per i nipoti?
kon je niets over jezelf schrijven?

e questi due chi sono, i nipoti di jim?
ja, dus wie zijn deze twee, jim's neven?

e cosi voi siete i nipoti di mori shintaro.
dus jullie zijn de kleinzoons van mori shintaro?

devi chiamare di nuovo i nipoti di grga pitic.
trommel de kleinkinderen van grga pitic op.

assicurazioni del cazzo! non coprono anche i nipoti.
die kutverzekeraars dekken geen kleinkinderen.

e io "cos'è questa ossessione con i nipoti?"
- reese.... ik zeg, wat is je obsessie met kleinkinderen?

lo tengo io, non si preoccupi, ho avuto i nipoti.
ik hou 'm vast, ik had wat neefjes.