You searched for: and you (Engelska - Holländska)

and you ?
en u ?

and you get
en nu krijg je

and you did.
en dat deed je dan.

and you are!
4. en dat doen jullie!

am good and you
hallo meneer hoe gaat het

and you did that.
maar ook dat is gebeurd.

and you are done!
klaar!

alan: and you too.
alan: en jij ook.

"and you can sing?"
"en kunt ge zingen?"

- ok, and you sir?
- ok, en u meneer?

and you always do
en kijk dan wie je bent

and you say nothing.
welnu, u zegt niets.

i'm fine and you
het gaat goed met mij

and you can't tell.
het is moeilijk te zeggen.

"and you are going--"
"en gij gaat naar?"

i’m well. and you?
met mij gaat het goed. en met u/jou?

"and you, d’artagnan?"
--„en gij, d’artagnan?”

and you become friends.
en je wordt vrienden van elkaar.

and you know what happened?
and you know what happened?

and you can't appeal.
en je kunt er niet tegen in beroep gaan.