You searched for: though (Engelska - Holländska)

though
contradictie

though.
though.

razz, though.
het is nog niet: hoe oprechter, hoe gevaarlijker.

why, though?
waarom eigenlijk?

break though
doorbreken van de snijstraal

for us though.
voor ons wel.

what now though?
maar wat nu?

congestion, though?
maar files?

"do you though?"
"denk je dat wezenlijk."

because even though
want ondanks dat

be warned though.
maar wees gewaarschuwd.

a warning, though.
doch een waarschuwing:

though b.k.s.
b.k.s.

that's okay, though.
dat is gewoon zo en dat is ook niet erg.

we're ok, though?
maar het gaat goed?

to cut though amidships
middendoorsnijden van schip

his plan fails though.
na de vrijlating keert lisa naar haar appartement, waar ze sandy aantreft.

why this urgency though?
waarom nu deze urgentie?

what happens now, though?
maar wat blijkt nu?

i like good questions though.
ik wil een scenario schrijven.