You searched for: boodschap (Holländska - Franska)

boodschap
message

uw boodschap:
votre message:

blijde boodschap
Évangiles

maria-boodschap
annonciation

einde van boodschap
fin de message

dat is onze boodschap.
c'est là notre message.

_ga vorige boodschap
aller à la page d'aide précédente

identificatie van de boodschap
identificateur de message

de boodschap is duidelijk.
le message est clair.

boodschap met verscheidene bestemmingen
message à adresses multiples

toon deze boodschap nooit meer.
ne plus afficher ce message à l'avenir.

welke boodschap hebben wij?
vous avez reçu les documents très tard.

hoe de erasmus boodschap overbrengen
erasmus : le défi de l'information

deze boodschap moet worden overgebracht.
nous devons communiquer ce message.

commissaris, verstaat u onze boodschap.
monsieur le commissaire, entendez notre message.

zender, ontvanger, boodschap, bedoeling, situatie;
émetteur, récepteur, message, signification, situation;

boodschapen doen
faire les courses