You searched for: glucosespiegel (Holländska - Franska)

glucosespiegel
glycémie

nuchter bloed glucosespiegel gestegen
augmentation de la glycémie à jeun

dit leidt tot een hoge glucosespiegel in het bloed.
cela conduit à des taux élevés de glucose dans le sang.

- een sulfonylureumderivaat, bij patiënten met onvoldoende controle van de glucosespiegel
- un sulfamide hypoglycémiant, chez les patients dont le contrôle glycémique est insuffisant

- metformine, bij patiënten met onvoldoende controle van de glucosespiegel ondanks de
- la metformine, chez les patients dont le contrôle glycémique est insuffisant malgré une dose

- een thiazolidinedione, bij patiënten met onvoldoende controle van de glucosespiegel en bij wie
- une thiazolidinedione, chez les patients dont le contrôle glycémique est insuffisant et pour

de glucosespiegel moet vaker worden gecontroleerd en de dosis moet individueel worden aangepast.
il est nécessaire d’intensifier la surveillance glycémique et d’ajuster la dose de façon individuelle.

in geval van onderbreking dient aandacht te worden besteed aan een frequentere controle van de glucosespiegel.
en cas d'arrêt du traitement, il convient de surveiller plus souvent la glycémie.

de glucosespiegel van de patiënt moet regelmatig gecontroleerd worden om de laagst mogelijke werkzame dosis te bepalen.
le taux de glucose dans le sang du patient doit être mesuré régulièrement afin de déterminer la plus faible dose efficace.

metformine als met dieet en lichaamsbeweging plus alleen metformine de glucosespiegel onvoldoende onder controle kan worden gebracht.
la metformine, lorsque celle-ci, utilisée en monothérapie avec régime alimentaire et exercice physique, ne permet pas d’obtenir un contrôle adéquat de la glycémie.

metformine, bij patiënten met onvoldoende controle van de glucosespiegel ondanks de maximaal verdraagbare dosering van monotherapie met metformine,
la metformine, chez les patients dont le contrôle glycémique est insuffisant malgré une dose maximale tolérée de metformine en monothérapie,

verhoogde nuchtere glucosespiegel was de meest frequent gemelde graad 3/4 laboratoriumafwijking in de twee fase iii-onderzoeken.
l’élévation de la glycémie à jeun a été l’anomalie biologique de grade 3 à 4 la plus fréquente dans les deux études de phase iii.

de glucosespiegel moet vaker worden gecontroleerd en de insulinedosis moet individueel worden aangepast (zie rubriek 5.2).
il est nécessaire d’intensifier la surveillance glycémique et d’ajuster la dose d’insuline de façon individuelle (voir rubrique 5.2).

veranderingen van borderline nuchtere glucosespiegels bij aanvang (5,56- < 7 mmol/ l) naar een hoge spiegel (7 mmol/ l) kwamen zeer vaak voor.
une augmentation des taux de glucose à jeun ayant une valeur limite au début du traitement (5.56 - < 7mmol/ l) à une valeur élevée (7mmol/ l) a été très fréquente.