You searched for: uitgesproken geloof (Holländska - Isländska)

geloof.
gott og vel, trú.

- geloof
- trÚ

-geloof?
-trú?

geloof me.
- trúđu mér.

geloof erin!
ekki snúa ūér viđ.

- geloof het.
- trúdu pví.

ik geloof erin.
Ég trúi á hana.

geloof erin, stan.
trúđu, stannie.

- ik geloof wit.
- hvítar, held ég.

- geloof jij dat ?
- trúir ūú ūessu?

charlie, geloof me.
treystu mér, charlie.

geloof jij, marcus?
ertu trúmađur, marcus?

- stievers, geloof ik.
- stievers, ađ ég held.

fascisten geloof toegepast.
fasistakreddu beitt.

geloof jij deze flauwekul?
Ķtrúlegur ūvættingur.

-aca-geloof 't maar.
a-ca-trúđu ūví.

want dat is allemaal uitgesproken.
af ūví ūađ er ūađ, ūú veist, sem hefur veriđ rætt.

- de meest gevaarlijke zin ooit uitgesproken.
hættulegustu orđ sem sögđ hafa veriđ.

het wordt als aseel uitgesproken, meneer.
Ūađ er boriđ fram "aseel," herra. aseel tare.

haar naam was al lang niet meer hardop uitgesproken.
Ég hafđi ekki heyrt nafniđ hennar upphátt lengi.