You searched for: hebt (Holländska - Spanska)

gehad hebt
- si ha tenido una reacción previa a los medios de contraste

bloedcellen) hebt.
(rotura de los glóbulos rojos).

--„hebt gij geld?”
¿tenéis dinero?

je hebt gelijk
you're right but

gij hebt geen hart.
no tienes corazón.

hebt ge even tijd?
¿tienes un minuto?

- een hartafwijking hebt,
- si tiene el corazón débil (insuficiencia cardiaca),

"hebt gij die nog?"
-¿le queda alguna más?

„gij hebt uw vr....”
¿has visto a tu mu...?

als u diabetes hebt
si sufre diabetes

zuurstoftoediening nodig hebt.
oxígeno.

hebt ge goed geslapen?
¿has dormido bien?

jij hebt drie auto's.
tú tienes tres autos.

"wat hebt gij gezien?"
-¿has visto algo?

"dat hebt gij mis, axel!
¡te engañas, axel! ¡mira!

• een beroerte hebt gehad
• ha tenido un accidente cerebrovascular

gefeliciteerd, u hebt gewonnen!
¡felicidades, ha ganado la partida!

axel! hebt gij dien sleutel?"
¿la tienes por ventura?

verminderd aantal plaatjes hebt,
blancos en su sangre o un número reducido de plaquetas,

hebt gij bewijzen tegen hem?
¿tienes pruebas contra él?