You searched for: sbruffone (Italienska - Holländska)

sbruffone.
aansteller.

che sbruffone.
wat een schreeuwlelijk.

delinquente sbruffone!
de smeerlap.

ascolta, sbruffone!
luister, flinkerd.

- vattene, sbruffone.
wegwezen en snel. cheerio.

- sbruffone, signore?
wie is dat ?

ii solito sbruffone.
hij moet zich altijd uitsloven.

cosa fai lo sbruffone?
ja, ha ha. uitsloofster.

quel tipo è uno sbruffone.
hij heeft wel een grote bek.

fanculo quello sbruffone!
hij kan doodvallen!

- È il solito sbruffone.
uitslover.

ultima opportunita', sbruffone.
laatste kans, aansteller.

- sei solo uno sbruffone, eh?
- loop je wat op te scheppen?

lei è solo un... uno sbruffone.
jij bent... je bent een oermacho.

- chiudi il becco, sbruffone!
kop dicht, brutale aap.

- e' uno sbruffone, lo sappiamo.
- hij heeft een grote mond, dat weten we.

niente piu' risposte da sbruffone?
geen bijdehante opmerkingen meer?

sei mesi fa ero un grande sbruffone.
zes maanden geleden, was ik een hoge piet.

non devi pagare, per fare lo sbruffone.
je hoeft niet te betalen om een hork te zijn.

toglimi le mani di dosso, sbruffone!
handen thuis.