You searched for: sfuggire (Italienska - Holländska)

sfuggire?
ontsnappen?

- per sfuggire.
om weg te komen.

non puoi sfuggire.
er is geen ontkomen aan.

lasciarlo sfuggire?
we laten het ontglippen.

- mi vuoi sfuggire!
ontloop je me?

nessuno può sfuggire.
niemand kan eraan ontsnappen.

lasciarci sfuggire cosa?
wat missen?

- non fartelo sfuggire.
laat hem niet ontsnappen.

- non fartelo sfuggire!
- laat 'm niet ontsnappen.

- sfuggire l'opportunità?
- pardon?

da non farsi sfuggire.
die moet je houden.

di sfuggire alla maledizione?
de vloek te ontsnappen?

- potrebbe sfuggire di mano.
- kan uit de hand lopen.

sfuggire? dobbiamo andarcene?
we moeten weg?

"non sfuggire alle accuse".
niet weglopen, kul.

al telefono potrebbe sfuggire.
voor de telefoon kan hij ontsnappen.

amico, non fartela sfuggire.
man, je moet haar houden.

- pensavi di potermi sfuggire.
jullie dachten dat je aan mij kon ontkomen.

- non fartelo sfuggire, booth.
niet loslaten, booth. dat is bewijsmateriaal.

come hai potuto lasciartela sfuggire?
hoe kon je dat weggooien? waar dacht je aan?