You searched for: labmolke (Tyska - Holländska)

labmolke (mmp)
lebwei (mmp)

labmolke (mischungen)
lebwei (mengsels)

nachweis von labmolke
detectie van lebwei

anhang i — labmolke
bijlage i — lebcaseïne

größer als null, enthält die probe labmolke.
positief zijn, dan is lebwei aanwezig.

w prozentanteil m/m der labmolke in der probe [e]
w het percentage m/m lebwei in monster [e]

wenn labmolke nachgewiesen wurde, ist gemäß anhang xiii zu verfahren.
wanneer lebwei wordt gedetecteerd, wordt bijlage xiii toegepast.

null oder kleiner sind, kann ein labmolke-nachweis nicht geführt werden.
gelijk aan nul of negatief zijn, kan de aanwezigheid van lebwei niet worden vastgesteld.

der gehalt an labmolke wird mit der formel w = t2+0,91 berechnet.
het lebweigehalte wordt berekend met de volgende vergelijking: w = t2+0,91

(2) der nachweis von labmolke erfolgt nach dem in anhang iv beschriebenen verfahren.
2. de afwezigheid van lebwei wordt aangetoond volgens de in bijlage iv beschreven methode.

durch die bestimmung der kaseinmakropeptide ermöglicht diese methode den nachweis von labmolke in zur öffentlichen lagerung bestimmtem magermilchpulver.
met deze methode kan lebwei in voor openbare opslag bestemd mageremelkpoeder worden gedetecteerd door middel van bepaling van de caseïnemacropeptiden.

labmolke in magermilchpulver und in gemischen zur tierfütterung ist gemäß der in anhang xii beschriebenen referenzmethode nachzuweisen.
lebwei in mageremelkpoeder en voor gebruik als diervoeder bestemde mengsels wordt gedetecteerd volgens de in bijlage xii vastgestelde referentiemethode.

1,3 relative durchschnittliche fläche von peak iii in gramm labmolke pro 100 g ermittelt in unverfälschtem magermilchpulver unterschiedlicher herkunft.
1,3 het gemiddelde relatieve oppervlak van piek iii, uitgedrukt in gram lebwei per 100 g, bepaald in onvermengde mageremelkpoeder van verschillende herkomst.

bestimmung von labmolke in magermilchpulver zur Öffentlichen lagerhaltung unter nachweis von kaseinmakropeptiden durch hochleistungs-flÜssigkeitschromatografie (hplc)
detectie van lebwei in voor openbare opslag bestemd mageremelkpoeder door de bepaling van caseÏnemacropeptiden met behulp van hogedrukvloeistofchromatografie (hplc)

(2) die methode zum nachweis von labmolke in magermilchpulver und mischungen, die zur tierernährung bestimmt sind, ist in anhang xix festgelegt.
2. de methode voor het opsporen van lebwei in mageremelkpoeder en in mengvoeders is beschreven in bijlage xix.

(1) die methode zum nachweis von labmolke in magermilchpulver, das für die öffentliche lagerhaltung bestimmt ist, ist in anhang xviii festgelegt.
1. de methode voor het opsporen van lebwei in voor openbare opslag bestemde mageremelkpoeder is beschreven in bijlage xviii.

da es für die bestimmung der magermilchpulvermenge in mischfutter, den nachweis von labmolke in magermilchpulver und die qualitative bestimmung von stärke in magermilchpulver keine referenzmethoden gibt, sind im rahmen dieser verordnung geeignete methoden festzulegen.
omdat er evenwel geen referentiemethoden zijn voor de bepaling van de hoeveelheid mageremelkpoeder in mengvoeders, voor de bepaling van lebwei in mageremelkpoeder en voor de kwalitatieve bepaling van zetmeel in mageremelkpoeder, dienen passende methoden te worden vastgesteld in het kader van de onderhavige verordening.

(2) der nachweis von labmolke erfolgt nach dem in anhang xix der verordnung (eg) nr. 213/2001 beschriebenen verfahren.
2. de afwezigheid van lebwei wordt aangetoond volgens de in bijlage xix bij verordening (eg) nr. 213/2001 beschreven methode.

(8) was die referenzmethoden für die gemäß der beihilferegelung vorgesehenen analysen betrifft, so ist auf die liste zurückzugreifen, die jedes jahr gemäß der verordnung (eg) nr. 2721/95 der kommission vom 24. november 1995 zur einführung von regeln für die anwendung von referenz-und routineverfahren für die analyse und die qualitätsbewertung von milch und milcherzeugnissen der gemeinsamen marktorganisation(12) veröffentlicht wird. da es für die bestimmung der magermilchpulvermenge in mischfutter, den nachweis von labmolke in magermilchpulver und die qualitative bestimmung von stärke in magermilchpulver keine referenzmethoden gibt, sind im rahmen dieser verordnung geeignete methoden festzulegen.
(8) met betrekking tot de referentiemethoden die moeten worden toegepast voor de bij de betrokken steunregeling voorgeschreven analyses, dient te worden verwezen naar de lijst die jaarlijks wordt bekendgemaakt op grond van verordening (eg) nr. 2721/95 van de commissie van 24 november 1995 tot vaststelling van regels voor de toepassing van referentie-en routinemethoden voor de analyse en de kwaliteitsbeoordeling van melk en zuivelproducten in het kader van de gemeenschappelijke marktordening(12). omdat er evenwel geen referentiemethoden zijn voor de bepaling van de hoeveelheid mageremelkpoeder in mengvoeders, voor de bepaling van lebwei in mageremelkpoeder en voor de kwalitatieve bepaling van zetmeel in mageremelkpoeder, dienen passende methoden te worden vastgesteld in het kader van de onderhavige verordening.