Şunu aradınız:: tiel (Esperanto - Hollandaca)

tiel
zozeer

tiel...
ja maar dat doet niemand.

tiel!
zoiets als dit !

jes tiel
het zit er in...

faru tiel.
dan moet je dit doen.

bone, tiel.
en we komen op de televisie, klopt?

sendi tiel
zo & verzenden

estas tiel.
je hebt geen keus.

ni agu tiel:
dit zullen we doen.

-tiel ŝajnas.
morrow.

- kial tiel frue?
waarom zo vroeg?

li tiel samseksemas.
hij is zo homo.

estas tiel bele!
het is zo mooi.

kaj tiel? mm-hm.
en dat?

nun ĉesu tiel fiparoli
maar wat zachter graag.

kelkaj pensas tiel.
sommigen denken er zo over.

brava etulo, tiel.
je bent zo klein vanaf hier dat ik je nauwelijks kan zien. heb je me begrepen ?

faru tiel, sonas bone!
wat ga je daar doen, vertel verder.

- ne, mi preferas tiel.
nee, laat maar. ik wil het zo.

li estas tiel malinteligenta.
de sukkel.