Şunu aradınız:: stoeien (Hollandaca - Almanca)

stoeien
stühle

doch de indruk van dit tooneel werd spoedig vergeten en het stoeien hervat.
aber der überwältigende eindruck nahm schließlich doch bedeutend ab und das umhertollen begann wieder.

zal de coalitie nog lang blijven stoeien met het islamitisch fundamentalisme en krijgt ze daarbij de helpende hand toegestoken van landen die haar onvoorwaardelijk steunen?
wird das imperium sein spiel mit dem islamischen fundamentalismus noch lange treiben, und wird es dabei weiter rückhalt von denen bekommen, die es bedingungslos unterstützen?

b«lstangen, beugel■ tandradbanen, amari r al l g ­ gare. laapletan, stoeien, wiggen, onder­
■ar· nicht Ίι . eci.rein ■ (1)

wat meer is, dat kind is niet alleen — het is door vele anderen om hem heen omringd : ze stoeien met elkaar en leiden elkaar af!
wird es die maschine in seine gewalt bekommen, bevor sie am berg zerschellt ?

ik moet mij aansluiten bij wat mijn collega's hebben gezegd, namelijk dat het een cynisme zonder weerga is op de wereldmarkt met suikerprodukten te stoeien en daar door landen uit de derde wereld nog eens extra in de problemen te brengen.
* schlossenheit gestärkt wird, faschistischen unsinn, wann immer er in diesem parlament verbreitet wird, anzuprangern.

we moeten dan ook luid roepen:" laat de kinderen stoeien, laat hen spelen; laten wij niet langer dulden dat zij door managers of zelfs door weinig scrupuleuze ouders uitgebuit worden".
man rufe ganz laut:" laßt den kindern die freude herumzutoben, die freude zu spielen, beutet sie nicht länger durch manager und sogar durch gewissenlose eltern aus."

de neoliberalen zitten nog steeds te stoeien met negentiende-eeuwse vraagstukken zoals de tegenstelling tussen staat en markt, en in cultureel opzicht zijn zij nog steeds geobsedeerd door de baard van marx, terwijl iedereen die maar even verstandig doordenkt, inziet dat vandaag de dag zowel de staat als de markt begrippen zijn die ter discussie gesteld moeten worden.
wir zerstören die landwirtschaft. das ist der tenor in der ländlichen gesellschaft.