Şunu aradınız:: wolk (Hollandaca - Slovakça)

wolk
mrak

- een wolk.
oblakom.

bevroren wolk.
Ľadový oblak.

de nano-wolk.
nano-oblak.

- schiet, wolk !
- strieľaj, wolku!

op een roze wolk
ŠofÉrovaŤ pod vplyvom

dat is een wolk.
- to je oblak.

een soort wolk?
nejaký oblak?

- kijk naar die wolk!
- pozrite na ten mrak!

de naam van elke wolk.
názov každého mraku.

dat is magelaanse wolk!
toto je magalienova hmlovina. wau!

we zijn in 'n wolk?
sme v oblaku?

daar komt een wolk opzetten.
- hej.

je tijd is voorbij. wolk.
Čas vypršal.

en een donkere wolk verschijnt.
a objavujú sa tmavé mraky.

- de wolk gaat steeds sneller.
mrak sa zrýchluje.

scheermes, vuur, wolk meester, wrak.
britva, oheň, oblak. pán. troska.

grote magellaanse wolk wordt ingelezen
Žeriav

- bang voor zo'n stomme wolk?
Žiadneho prekliateho oblaku sa nebojím.

- zing-zing steen maken kleine wolk.
spievajúci kameň tvorí malý oblak.