Results for geweest translation from Dutch to English

is geweest.
back.

hier geweest?
have you visited this location?

bezig geweest.
bezig geweest.

de douche geweest.
under the shower.

ben je hier geweest?
have you visited this location?

het was genoeg geweest
it was enough for this day;

er zijn hongerstakingen geweest.
there have been hunger strikes.

het is genoeg geweest!
the time has come to say enough is enough!

het is genoeg geweest."
enough already.'

- onderworpen zijn geweest aan:
- have undergone:

07-05-2013 hier geweest.
07-05-2013 here.

er zijn veel discussiebijdragen geweest.
we have taken the floor on many occasions.

alweer half augustus geweest!
half of august already!

- bent u onlangs ziek geweest?
have you recently become ill?

met conny naar amsterdam geweest.
i went to amsterdam with a friend.

hoeveel zaken zijn er geweest?
how many cases have there been?

dat waren goede zaken geweest.
now that would have been something.

--„duivelsch! zijt gij naar _londen_ geweest?
"the devil! you have been to london!