From professional translators, enterprises, web pages and freely available translation repositories.
als raadpensionaris van holland bevond hij zich in het centrum van de macht van de republiek der zeven verenigde nederlanden.
he was powerful in the united provinces, being the grand pensionary of holland, which contributed sixty percent of the tax income of the republic.
== raadpensionaris ==in 1804 werd schimmelpenninck door napoleon gevraagd een nieuwe grondwet te schrijven voor het bataafs gemenebest.
==grand pensionary==in 1804, schimmelpenninck was asked to write a new constitution for the batavian republic by napoleon.
hij was een zoon van nicolaas ten hove en cornelia fagel, en was een neef van gaspar fagel, die hem voorging als raadpensionaris en stierf in 1688.
he was son of nicolaas ten hove and cornelia fagel, and nephew of gaspar fagel, who preceded him as grand pensionary and died in 1688.
jacob gilles (kollum, 1691 - ypenburg, 10 september 1765) was raadpensionaris van holland tussen 1746 en 1749.
1691 in kollum – september 10, 1765 in ypenburg manor near rijswijk) was grand pensionary of holland from september 23, 1746 to june 18, 1749.
andries de witt (dordrecht, 16 juni 1573 - dordrecht, 26 november 1637) was raadpensionaris van holland tussen 1619 en 1621.
andries de witt (16 june 1573, dordrecht - 26 november 1637, dordrecht) was grand pensionary of holland between 1619 and 1621.
(amsterdam, 1 november 1585 – den haag, 21 februari 1653) was raadpensionaris van holland van 1631 tot 1636 en nog eens van 1651 tot 1653.
" (1 november 1585 – 21 february 1653) was grand pensionary of holland from 1631 to 1636 and from 1651 to 1653.
" schreef koning willem iii van oranje aan raadpensionaris anthonie heinsius van de republiek der zeven provinciën, "hoe bedroefd ik ben over de rampen die de vloot zijn overkomen; ik ben des te meer diep getroffen, aangezien ik heb vernomen dat mijn schepen de schepen van de staten niet goed hebben ondersteund en hen in de steek hebben gelaten.
"i cannot express to you," wrote william to the grand pensionary anthonie heinsius in the dutch republic, "how distressed i am at the disasters of the fleet; i am so much the more deeply affected as i have been informed that my ships did not properly support those of the estates, and left them in the lurch.