Results for roepen, opbellen translation from Dutch to French

roepen
correspondant

op te roepen
convoquer

tot de orde roepen
rappeler à l'ordre

"help! help!" roepen.
« a nous ! à nous ! »

voor het gerecht roepen
actionner quelqu'un devant le tribunal

het leven te roepen.
l'année européenne de la protection de l'environ­nement.

roepen de commissie op:
invitent la commission:

be roepen van per soneelsleden
trans concur ports rence socia les et

sommigen roepen om discipline.
certains prêchent la discipline.

roepen de lidstaten op om:
invitent les États membres À:

mensen opbellen via het internet
communiquer à travers internet

roepen de lid-staten op :
invitent les etats membres :

verbaal storend (roepen, schreeuwen,...)
perturbation verbale (appeler, pousser des cris,...)

dadelijk liet hij d’artagnan roepen.
aussitôt il fit appeler d'artagnan.

• verbaal storend (roepen, schreeuwen,...)
• perturbation verbale (appeler, pousser des cris,...)

en aramis, dien wij hebben laten roepen?”
et aramis que nous avons envoyé chercher!

2° weder in actieve dienst roepen :
2° rappel provisoire à l'activité de service :

natuurlijk roepen we met elkaar: versterk europa.
bien sûr, nous demandons à l' unisson de renforcer l' europe.

u kunt ieder personeelslid van de rekenkamer rechtstreeks opbellen.
vous pouvez appeler directement n'importe quel autre agent de la cour des comptes.

tegen een duitse krant hebt u verklaard dat de amerikanen u altijd opbellen.
de toute façon, avez-vous dit un jour à un journal allemand:" c' est à moi que les américains téléphonent".